Artiest
info |
Website |
|
|
|
PEER – 14/07/12
|
|
|
Moet El Fish nog voorgesteld worden?
Is het nog nodig te vertellen dat zij de eerste (en enige) bluesgroep waren die zo gigantisch succesvol was in België?
Misschien nog dit: ze zijn nooit officieel gestopt, maar vonden steeds meer andere projecten om aan te werken, waardoor El Fish op de achtergrond belandde.
En toen was er dat reünieconcert in de AB. Voorzichtig aangekondigd voor de AB Club, was de vraag naar tickets zo groot, dat de groep verhuisde naar de zaal. En ook die bleek te klein, want op een wip volledig uitverkocht.
1 Oktober 2011 was een broeierige nazomerdag. En dat had zijn weerklank in de concertzaal....
En toen was er Blues Peer.
Een groep interviewen net voor hun allerlaatste optreden is geen evidentie. Maar dit was de ultieme kans om alle leden nog eens voor de microfoon te krijgen. Dat bleek echter geen evidentie, Jan Ieven was en bleef de grote afwezige. Spijtig, maar helaas...
Niet getreurd echter, gelukkig was er nog Roland, die op het eind de boel kwam opvrolijken. Niet dat dit nodig was, want ik zat aan tafel met vier kwajongens. Inclusief pretlichtjes in de ogen.
.
.
Hoe voelt het om hier terug op het podium te staan als 'El Fish'? Want niemand is echt een onbekende op dit festival.
Steven De Bruyn – Dat voelt ... terecht (lacht). Ik vind dat we hier op onze plaats staan, en dat we een mooie plek gekregen hebben, waar we heel blij mee zijn. En ik vind het vooral een ongelofelijke beloning dat, zoveel jaar later, er nog zoveel mensen naar El Fish vragen. Dat wil echt wel iets zeggen. Da's een cadeau, maar ik denk dat dat wel verdiend is.
Wie is de recordhouder, wie heeft hier al het meest op het podium gestaan?
Toon Derison – Dat zal wel Steven zijn, denk ik.
Steven De Bruyn – Dat weet ik niet. Filip?
Filip Casteels – Acht of negen keer...
Steven De Bruyn – Ik zeven...
Toon Derison – Ik vier...
Rohal De Ridder – Vandaag is het mijn vierde keer.
Toon Derison – Dus, alle bloemen gaan naar Filip (algemene hilariteit).
El Fish is eigenlijk nooit echt gestopt, eerder 'uitgedoofd'. Is dat omdat er toendertijd veel druk op jullie schouders lag?
Toon Derison – Vroeger was er zeker niet de omkadering die bands nu hebben. Er was ook wel een gebrek aan planning, we speelden tot we erbij neervielen. Zoals de meesten toen. En ik denk dat ik op dat moment niet bezig was met carrièreplanning, alleen maar met spelen.
Steven De Bruyn – Toen waren we niet goed in meditatie, en nu wel, dat helpt.
Wat hebben jullie eigenlijk allemaal gedaan tussen 2001 en 2011? Van Steven weten we dat wel allemaal, maar hoe zit het met de rest?
Rohal De Ridder – Op muzikaal vlak?
Steven De Bruyn – Uw strafblad moeten we niet weten (lacht).
Rohal De Ridder – Ik heb nog een tweetal jaren getoerd, op festivals, in theaters, culturele centra, ook in het buitenland, zoals Frankrijk en Duitsland. En daarna heb ik in Durango gespeeld, en hebben we 2 cds uitgebracht. Ik ben ook nog met een hedendaags danstheater op tournee geweest. Ik ben ook veel ingevallen voor drummers die een gebroken been hadden, ook gespeeld in de plaats van de drummer van Fried Bourbon. Goh, wat heb ik nog allemaal gedaan?
Dat is toch al een serieuze waslijst.
Steven De Bruyn – Om over zijn free jazz periode nog maar te zwijgen...
Rohal De Ridder – Ja, dat werd niet zo goed onthaald, ik ben daar dan toch maar mee gestopt. Veel ingevallen en veel afgevallen ook (lacht).
Filip Casteels – Ik heb nooit stilgezeten, maar wel een tijdje op de zijlijn gestaan. En dat was ook geen probleem. En wat doe ik nu? Ik heb een groep met Jean-Marie Aerts en ook een eigen groep met andere muzikanten. Ik blijf bezig dus.
Toon Derison – Ik ga 'uitpakken'. Ik heb in Vlaanderen namelijk het eerste vroeg interventieteam opgestart voor jonge mensen met een psychose. Dat pakte ik wel met dezelfde drive en creativiteit aan.
Die carrièrewending kwam er vooral door de onduidelijkheid om aan een muzikale carrière te timmeren. Ik vind dat heel moedig dat mensen dat blijven volhouden, en er blijven in volharden. Maar ik heb wel voor meer zekerheid gekozen.
Steven De Bruyn – De Jan is er nu niet bij, maar die is cultuurfunctionaris geworden in Schaarbeek. En op muzikaal vlak heeft hij op veel plaatsen gespeeld.
Waren jullie verrast over het succes van het reunieconcert in de AB vorig jaar?
Steven De Bruyn – We waren echt verrast. Vanaf de eerste noot die we speelden, zinderde die zaal. Dat was een ongelofelijke magie. Je maakt dat wel eens mee, maar dat zijn dingen die je de rest van je leven gaat herinneren. Omdat dat zodanig intens was, zo broeierig. Super uniek.
Toon Derison – Het was alsof we speelden in de Blauwe Kater.
Maar toch een 'klein beetje' groter...
Toon Derison – Maar qua sfeer was dat identiek. Want op een bepaald moment dacht ik 'wat gebeurt er hier allemaal?'
Jullie hebben na 1 oktober nog verschillende concerten gespeeld. Geven al die positieve reacties jullie geen zin om verder te gaan, of was het van in het begin duidelijk dat dit het einde zou zijn?
Steven De Bruyn – We hebben wel allemaal ons eigen leven, en dat is even belangrijk als de muziek geworden. Zoals bv bij Jan, sinds hij cultuurfunctionaris geworden is in de Kriekelaar, is het publieksaantal verdubbeld. En zo heeft iedereen wel zijn ding, Filip is bezig met zijn trio met J-M Aerts en Riguelle. Ik ben met de Rhythm Junks veel op de baan, en Rohal woont in Frankrijk, en heeft daar ook zijn werk.
Rohal De Ridder – Da's een fulltime bezigheid, daar zitten en wijn drinken (lacht).
Steven De Bruyn – Vroeger was dat anders, Jan en ik woonden in hetzelfde huis. En als we wilden repeteren, was dat gemakkelijk. Nu is dat niet meer zo, er is een zeker realisme in geslopen. Eigenlijk gingen we alleen voor de AB, dus dit is allemaal extra.
Met twee drummers spelen is eigenlijk een geniale zet.
Steven De Bruyn – Zijzelf vinden dat een verschrikkelijk slecht idee (lacht).
Toon Derison – We hebben elke avond ruzie (lacht).
Filip Casteels – Eigenlijk was het interessant geweest, hadden we gisteren gespeeld met Toon en dan vandaag met Rohal. Economisch ook zeer interessant! En budgetvriendelijk ook! Nee serieus, nu, eigenlijk is dat vrij snel een evidentie geworden, en dat is uitdagend, dus waarom ook niet.
Toon Derison – Er zijn ook wel een paar nummers die een eigen gevoel hebben, en het is wel leuk dat ieder die nummers kan doen, dat geeft ook een eigenheid. Maar we zijn niet begonnen met het idee van 'we gaan dat hier eens met twee drummers doen', dat is meer in de repetities gegroeid, en het klikte ook. Ook voor mij, want diegene die ik het minste kende, was Rohal. Ik vond het heel bijzonder om dat te kunnen doen. En da's wel een toffe ervaring geweest, om Rohal ook als persoon te leren kennen.
Filip Casteels – Da's wel gek, want daar heb ik nooit bij stilgestaan. Dat vind ik eigenlijk wel heel raar, want voor mij blijft het altijd dezelfde groep.
Eigenlijk is er na jullie niemand meer in geslaagd die mix van blues en funk zo succesvol te maken (toch niet in België), ondanks het feit dat jullie wel 'volgelingen' hebben. Er is ook weinig plaats op de radio of tv voor dit soort muziek. Wat vinden jullie hiervan?
Steven De Bruyn – Er is wel iets veranderd, in de zin dat je vroeger veel meer kon spelen. Ik heb de indruk dat dat nu veel minder evident is, ondanks het feit dat er heel wat scholen zijn bijgekomen, waar je een popopleiding, of rock of jazz, kan volgen. Je merkt gewoon dat het aantal plaatsen waar je effectief kan spelen, toch redelijk klein zijn. Of je moet gratis spelen. Er zitten steeds meer vissen in de vijver van muzikanten, maar de vijver wordt niet groter, de vijver wordt kleiner. Dus ik denk dat het wel moeilijker geworden is. En ik weet niet of je tv persé nodig hebt, al helpt het wel natuurlijk. Maar het klassieke scenario is eigenlijk simpel: schrijf een hit, zorg dat je airplay hebt, en je kan gaan spelen. Maar pak nu bv Roland, hoeveel hits heeft die al geschreven? Geen enkele, maar hij is wel al 50 jaar actief.
En net op dat moment wandelt Roland binnen, alsof hij zijn naam had horen vallen. En onmiddellijk wordt de sfeer nog veel losser. Hij wil weten hoelang dat interview nog gaat duren, want 'hij heeft een goed restaurant in de buurt gevonden'.
Ik heb nog twee vragen voor de heren, mag dat?
Roland Van Campenhout – Shoot!
Langs de andere kant hebben jullie wel een beetje een 'cult' status in België. Jullie namen opent deuren en ook direct verwachtingen. Nooit gedacht 'was ik maar niet in de muziek gestapt' ?
In koor – Zeker niet, geen enkele dag.
Toon Derison – Maar wat is dat, cultstatus in Vlaanderen?
Roland Van Campenhout – Dat maakt in je dagelijks leven geen verschil: evenveel deurwaarders, evenveel vuile onderbroeken. En ik geeft die vuile onderbroeken aan de deurwaarders, en die aanvaarden dat als een 'aanbetaling'.
Shoot!
Laatste vraag dan maar: de naam 'El Fish', waar komt die vandaan?
Steven De Bruyn – We waren op zoek naar een naam, en ik denk dat Jan Ieven die gevonden heeft, maar die is nergens te bespeuren.
Roland Van Campenhout - Misschien net daarom?
Toon Derison – Wij repeteerden in de Maria Theresiastraat in Leuven, in de kelder van een oud hoerenkot. En als Jan met zijn contrabas moest spelen, moesten we allemaal wat opschuiven, zodat hij juist in het deurgat paste. Rechtover dat huis was er een taxibedrijf, met de Remi met zijn vetkuif.
Filip Casteels – Ja die was een hevige Elvisfan.
Toon Derison – Nog steeds, ik ben hem een tijdje geleden in het station van Tienen tegengekomen.
Filip Casteels – We wilden een korte naam, en ook absoluut geen 'bluesnaam'. Om te kunnen zeggen dat onze muziek vanalles kon zijn.
Roland Van Campenhout – dus eigenlijk 'El Fish' (spreek uit 'Elvish'), da's eigenlijk wel goed gevonden.
Kathy Van Peteghem
|